Mobiliteitsbudget verplicht vanaf 1 Januari 2026? Wat betekent dit? En geldt het voor iedereen? LIZY legt alle veranderingen uit!
Het mobiliteitsbudget is een regeling die werkgevers in België de mogelijkheid biedt om hun werknemers een flexibele keuze te geven in hun mobiliteit. Dit budget kan gebruikt worden voor verschillende vormen van vervoer, zoals een bedrijfswagen, openbaar vervoer of andere duurzame mobiliteitsopties.
Wil je meer weten over het mobiliteitsbudget? Lees dan zeker onze infogids mobiliteitsbudget Van auto tot trottinet... Alles wat je moet weten over het mobiliteitsbudget!
Het paasakkoord van de regering houdt in dat het mobiliteitsbudget niet langer een vrije keuze, maar een verplichting wordt voor bedrijven. Een verplichting, dat heeft een beetje een negatieve bijklank, maar geen zorgen! Het brengt heel wat opportuniteiten met zich mee voor werkgevers en werknemers.
Het stimuleert immers op een fiscaal interessante manier de verduurzaming van de bedrijfsactiviteiten. Het mobiliteitsbudget speelt ook in op de wensen en behoeften van het personeel. De employee satisfaction kan er enkel maar door stijgen!
Maar is het federale mobiliteitsbudget daadwerkelijk verplicht vanaf 1 januari 2026? In eerste instantie geldt de invoering van het mobiliteitsbudget enkel voor werkgevers die vandaag bedrijfsauto's aanbieden aan hun personeel. Er komt een wettelijk kader dat werknemers die in aanmerking komen voor een bedrijfswagen, altijd het recht hebben om over te stappen op het mobiliteitsbudget.
Dit betekent dat werkgevers die vandaag nog geen mobiliteitsbudget aanbieden, dat tegen 1 januari 2026 moeten implementeren. Ze moeten hun werknemers met recht op een bedrijfswagen de keuze geven tussen een bedrijfswagen of andere mobiliteitsopties binnen het mobiliteitsbudget. Fiscaal zou dat overigens geen negatieve implicaties mogen hebben.
Wat verandert er in 2026? De drie pijlers van het mobiliteitsbudget blijven behouden, maar de invulling ervan wijzigt enigszins.
In Pijler 1 kunnen werknemers nog altijd een bedrijfsauto kiezen, maar hij moet wel volledig elektrisch zijn vanaf 2026. Deze pijler is niet verplicht. Pijler 2 is dat wél. Deze pijler omvat alle duurzame verplaatsingen: denk aan openbaar vervoer, een deelstep, een deelauto, enzovoort. Je kan er zelfs je hypotheek of huur mee betalen. Een auto die onder deze pijler wordt gebruikt, moet vanaf 2026 eveneens helemaal emissievrij zijn. Wat op het einde van het jaar overblijft van het mobiliteitsbudget, wordt onder Pijler 3 uitbetaald na afhouding van een bijzondere RSZ-bijdrage van 38,07%.
Een veralgemening van het mobiliteitsbudget naar alle bedrijven, ook degene die vandaag geen bedrijfswagens aanbieden, dat zit er op termijn aan te komen. Er moet echter wettelijk, fiscaal en praktisch echter nog heel wat water naar de zee vloeien voordat het zover is. Denk maar aan de berekening van het mobiliteitsbudget voor medewerkers die vandaag geen auto hebben, maar bijvoorbeeld wel een vergoeding voor woon-werkverkeer krijgen. Bedrijven moeten ook de tijd krijgen om zich aan te passen en het mobiliteitsbudget te implementeren.
De federale verplichting tot de invoering van het mobiliteitsbudget vloeit voort uit het regeerakkoord, dat erop gericht is duurzame mobiliteit te bevorderen en de impact van bedrijfswagens op het milieu te verminderen. Werknemers die recht hebben op een bedrijfswagen kunnen altijd instappen in het mobiliteitsbudget, waardoor ze kunnen profiteren van een breder scala aan vervoersopties.
Werknemers kunnen niet verplicht worden om hun bedrijfsauto in te ruilen voor een mobiliteitsbudget. Dat is wellicht voor velen een opluchting… Werkgevers die vandaag een bedrijfswagen aanbieden, worden vanaf 2026 wél verplicht om het mobiliteitsbudget aan te bieden als alternatief voor de firmawagen.
In eerste instantie is het antwoord 'ja'. Als de regering de verplichting echter uitbreidt naar bedrijven die vandaag geen bedrijfsauto's aanbieden, dan zal dit nieuwe mobiliteitsbeleid het cafetariaplan wellicht vervangen. Ze zijn immers moeilijk met elkaar te combineren.
Vandaag werkt de mobiliteitsbudget berekening op basis van de TCO (total cost of ownership) van de bedrijfsauto die wordt ingeruild of waarop de werknemer recht heeft. In het geval van een leasevoertuig gaat het om de leaseprijs inclusief brandstof, onderhoud, banden, enzovoort, vermeerderd met alle fiscale lasten.